De aflevering “Opvoeders tegen wil en dank”, van het programma “Andere Tijden” liet nog weer eens schrijnend zien hoe kwetsbaar uithuisgeplaatste kinderen en jongeren zijn. Hoewel het hier ging om ervaringen uit de jaren 40/50 in de vorige eeuw, werd ervaarbaar hoe afhankelijk deze kinderen en jongeren zijn van hun omgeving en de omstandigheden die voor hen aangebracht worden.
Met de transitie jeugdzorg veranderen omgeving en omstandigheden drastisch voor deze kinderen en jongeren. Omdat ze kwetsbaar zijn (misschien wel de meest kwetsbare categorie van onze samenleving) is het ontzettend belangrijk hun belangen te behartigen in bestuurlijk en politiek opzicht. Die taak is niet weggelegd voor een kleine en selecte groep, maar voor iedereen die met jeugdzorg van doen heeft.
De legitimiteit van de Jeugdzorg is gebed in de belangen van deze kinderen en niet in die van de participerende organisaties. En die belangen liegen er niet om. Bijna de helft van de gemeenten die deelnamen aan een enquête van de Volkskrant betwijfelt of zij alle kinderen in de jeugdzorg kunnen helpen met het beschikbare budget. Eenvijfde zegt zelfs dat dat niet gaat lukken. Als reactie hierop stelt Kinderombudsman Marc Dullaert dat bezuinigen op jeugdzorg door vroegtijdig ingrijpen het probleem niet zal oplossen. ‘Er is een groep van tweehonderdduizend kinderen met problemen waaraan niks te voorkomen valt.’
Die kwetsbaarheid vraagt om onze representatie.